Ik wil nog een kind, maar niet bevallen – wat nu?
Ik weet het moment nog goed. Ik zat op een bankje in de speeltuin en keek naar mijn dochter die in de zandbak speelde. Ze bakte zandtaartjes. Even voelde ik het: wat zou het fijn zijn als er een broertje of zusje bij kwam. Zodat ze samen konden spelen, samen groot konden worden.
Maar nog geen seconde later nam de angst het over. Mijn hart sloeg op hol, herinneringen kwamen terug. Het idee om weer te bevallen kneep mijn keel samen. Alsof ik opnieuw in die nachtmerrie zou belanden.
Dat dubbele gevoel — intens verlangen én verlammende angst — is zó herkenbaar voor veel vrouwen. Je wilt je gezin uitbreiden met nog een kindje, maar het idee dat je daarvoor opnieuw moet bevallen, houdt je tegen.
Misschien herken jij dit ook. Misschien heb je zelfs al eens in Google ingetikt: “ik wil nog een kind, maar niet bevallen.”
Waar komt dit angstige gevoel vandaan?
Deze angst komt niet zomaar uit de lucht vallen. In de meeste gevallen gaat er een heftige bevallingservaring aan vooraf.
-
Een bevalling waarin je je compleet overweldigd of machteloos voelde.
-
Een bevalling waar je grenzen zijn overschreden.
-
Of een medische situatie die zo spannend was dat je je niet veilig voelde.
Het kan zelfs op papier een bevalling volgens het boekje zijn geweest, maar die voor jou heel anders voelde. Je lichaam en brein hebben dit onthouden en direct gekoppeld aan het woord bevallen. Dus zodra je wens voor nog een kindje sterker wordt, treedt je brein in actie: jou beschermen voor nog zo’n ervaring. En dát is precies de angst die je voelt.
De valkuil: wachten tot het vanzelf beter gaat
Veel vrouwen denken: “Misschien slijt het met de tijd. Misschien voelt het straks minder heftig.”
Dit is waarschijnlijk niet het antwoord dat je hier hoopt te lezen, maar als de angst voor nog een bevalling veroorzaakt wordt door een eerdere heftige zwangerschap, bevalling, kraamtijd, etc. dan is dat niet iets wat mettertijd vanzelf wel beter zal gaan.
Het is trauma, ook al zou je dat woord er zelf misschien niet voor gebruiken.
En dit is wat je daar in het dagelijks leven van merkt:
-
Je wens voor nog een kindje wordt steeds sterker, maar daarmee ook de angst.
-
Je voelt jaloezie en verdriet als anderen wél zwanger durven worden.
-
Je merkt dat je gesprekken over zwangerschap of bevallen liever uit de weg gaat.
-
Het onderwerp blijft in je achterhoofd rondspoken, hoe hard je ook probeert er niet aan te denken.
Afwachten lijkt de oplossing, maar ondertussen blijf je maar in hetzelfde kringetje ronddraaien.
Wat helpt wél?
De sleutel ligt niet in wachten, maar in erkennen dat je vorige bevalling toch meer impact heeft gehad dan je had verwacht. En nog liefdevolle aandacht nodig heeft.
-
En dat begint met het verwerken van die ervaring. Zodat je brein bevallen loskoppelt van die vorige ervaring en je weer met een schone lei kunt beginnen.
-
Erkennen dat je vorige bevalling ook een verlieservaring is. Er was zoveel wat je graag had gewild deze bevalling, maar niet hebt gekregen. De boosheid en het verdriet mogen de ruimte krijgen.
Ik zie het keer op keer gebeuren: zodra vrouwen dit stukje heling aangaan, verandert hun hele perspectief. De verlamming maakt plaats voor vertrouwen. De angst zit de wens niet langer meer in de weg.
Met mijn kortdurende hersteltraject Van ‘nooit meer een tweede’ naar een keuze maken zonder angst kan ik je hierbij helpen.
Wil je eerst vrijblijvend kennismaken om te kijken of dit traject passend is voor jou?
👉 Plan dan hier je afspraak.


